[Sicke van Dekama]
DEKAMA (Sicke van), zoon van Sicke van Dekama, bovengenoemd en Luts Liauckama. Hij werd in 1548 geboren, verloor op tienjarigen leeftijd zijnen vader en werd in 1568 door zijne moeder naar Spanje gezonden om op de Hoogeschool van Salamanca te studeren. Twee jaren daarna vertrok hij naar de Hoogeschool van Pavia in Italie, en behaalde waarschijnlijk aldaar den graad van Doctor in de regten.
In 1575 in Friesland teruggekeerd, treffen wij hem in 1577 als lid der Staten van Friesland aan. Hij was de Spaanschgzin de partij toegedaan, schijnt echter niet uitgeweken te zijn, en ging in latere jaren tot de Hervormde godsdienst over.
Van 1586 tot 1607 komt hij voor als mede Gedeputeerde Staat en als Volmagt ten Landsdage, bevorderde in 1587, met Dr. Dirck Foegelsangh, de toen vastgestelde herziene Dijks-Instructie van der Vijf Deelen Zeedijks Contributie, en was in 1591 uit het Collegie van Gedeputeerde Staten gecommitteerd tot slatting van de Swettevaart naar Sneek, en in 1602 ter herziening van de Friesche wetgeving en opmaking van de Lands-ordonnantie in dat jaar uitgevaardigd. Belangrijker betrekking bekleedde hij in 1607, toen hij wegens Friesland met anderen gecommitteerd werd ter vergadering van Hun Hoog-Mogenden, ter gelegenheid van de vredes-onderhandelingen met Spanje, en in 1608 tot het sluiten eener defensive alliantie met Engeland. Ofschoon hij tot drie jaren voor zijn dood nog lid van Gedeputeerde Staten gebleven is, wordt zijn naam in de geschiedenis niet meer genoemd, dan bij de begrafenis van Graaf Willem Lodewijk van Nassau te Leeuwaarden in 1620, gaande hij ter regterhand van des overledenen broeder, Graaf Ernst Casimir van Nassau. Hij overleed den 29sten Maart 1625, en was gehuwd met Hiltje Tamminga, die