[Jarich van Dekama]
DEKAMA (Jarich van), broeder van den voorgaande, was meester in de regten en werd in 1523 raad in het Hof van Friesland, in welk jaar hij deel nam aan de belegering van Bolsward door Goslick van Jongema. In 1527 werd hij met Sijds Tjaerda in commissie naar Brussel gezonden, om aan de Gouvernante onderscheidene klagten der Staten, voornamelijk over het zenden van te veel krijgsvolk in het land, voor te dragen; zij keerden met een bevredigend bescheid terug. Ook zat hij in 1529 in de commissie wegens het regelen van den tol tusschen de stichtste steden en Friesland. In 1539 was hij een der gedeputeerden, door de Staten benoemd, om meer bijzonder te handelen over hetgeen voor den lande nuttig en noodig geoordeeld werd. Hij werd in 1550 Grietman van Franekeradeel en Olderman van Franeker, en was in dat jaar een der afgevaardigden van Friesland, die met den