[Leonardus Davids]
DAVIDS (Leonardus), werd geboren te Rotterdam in 1772, alwaar zijn vader een hoog geacht geneesheer was. Hij studeerde te Leiden, en na aldaar in 1793 tot doctor in de geneeskunde bevorderd te zijn, vestigde hij zich als geneesheer te Rotterdam en oefende de praktijk aldaar tot aan zijnen dood toe uit. Toen in 1800 Eduard Jenner de uitvinding der vaccine deed, vertrok Davids op eigene kosten naar Parijs, ten einde, bij den destijds zich aldaar bevindenden geneesheer Woodville, inlichtingen op te doen omtrent het gebruik der koepokinënting. Niet te vreden met de bijzonderheden door dezen medegedeeld, stelde hij zich in aanraking met Jenner zelven, en geraakte hierdoor instaat de vaccine in hare volmaaktheid toe te passen. Hij verschafte niet alleen aan velen de vereischte koepokstof, maar maakte hen tevens met al de bijzonderheden der vaccine bekend. Ondanks de weinige medewerkingen van het toenmalig bestuur des lands ging hij ijverig voort, en na het nemen van eenige gelukkige proeven, rigtte hij te Rotterdam eene vereeniging van geneesheeren op, om de koepokinenting door het geheele land te verspreiden. Deze vereeniging legde den grondslag van het thans nog te Rotterdam bestaande genootschap tot bevordering der koepokinenting onder de zinspreuk: Ne pestis intrel, vigilia. In 1807 deed dit genootschap voor de eerstemaal openlijk verslag van deszelfs verrigtingen, waarbij Dr. Davids de vergadering opende met eene redevoering, waarin hij de nuttigheid der vaccinatie betoogde. Zijne rede zag later het licht en wordt genoemd een meesterstuk van welsprekendheid, getuigende van den doordringenden genees- geschied- en oordeelkundigen geest des opstellers. De edele bemoeijingen van Davids bleven niet onbeloond. Napoleon schonk hem een gouden eerenpenning tot een
blijk van zijne tevredenheid. Koning Willem I benoemde hem in 1816 tot broeder der orde van den Nederlandsche leeuw, en een jaar daarna tot ridder dier orde. De koninklijke Jenner-Maatschappij te Londen verkoos hem tot haar honorair lid, terwijl hij reeds vroeger door de Société académique des sciences te Parijs tot corresponderend lid benoemd was. In 1807 vertaalde hij het werk van Jenner over de vaccine, en voegde er zijne eigene opmerkingen bij, benevens eene memorie over den staat der inenting in de Nederlanden; welk werk hij aan koning Lodewijk overhandigde, die hetzelve met blijkbaar welgevallen aannam. Davids overleed te Rotterdam den 7den Maart 1820. Hij beleed de Israëlitische godsdienst.
Zie Koenen, Geschied. der Jeden in Nederl. bl. 387; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letterk. en Wetensch. D. II. bl. 607;