den bepaalden tijd van drie jaren aldaar te verblijven. Desniettegenstaande waren zijne bekwaamheden zeer groot, waarvan zijn onderwijs in de zangkunst en de door hem uitgegevene geschriften getuigen kunnen. Hij overleed te Haarlem in 1822, als onderwijzer in de zangkunde aan de aldaar gevestigde Rijks kweekschool voor onderwijzers. Hij was een voorstander van Pestalozzi's leerwijze. Zijne werkjes zijn getiteld:
Zangoefeningen voor de lagere scholen, 2 stukjes, Amst. 1819, groot 12o. 2de druk ald. 1831.
Aanvankelijk onderwijs in de muzijk en het zingen, 2 stukjes, Amst. 1820, 12o. 2de druk ald. 1830.
Proeven van één- en meerstemmige liederen, Amst. 1821, 8o.
Handleiding voor onderwijzers, om kinderen te leeren opmerken, denken en spreken, (met P.J. Prinsen), 2de druk, Amst. 1825, 8o. 2 stukjes.
Zie Konst- en Letterb., 1822, D. I. bl. 370-372; de Jong, Alphab. Naaml. van Boek.; Alphab. Naaml. van Boek. sedert 1790 tot 1832 uitgek.