Dalen was een der voornaamste geneesheeren van Rotterdam en voorzitter van de stedelijke commissie van geneeskundig toevoorzigt, in welke betrekking hij ook lid was der commissie van bestuur over de clinische school aldaar. Hij was een grondig kenner en beoefenaar der plantenkunde en directeur van den Stads Hortus Botanicus, welke inrigting hem zeer veel verschuldigd is. Zijne veelsoortige kundigheden en goed beleid deden hem ook als directeur van het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte hoogschatten. Maar zijne ijverige medewerking en ondersteuning bepaalde zich niet tot de vakken van studie, aan welke hij zich van jongs af had toegewijd, noch tot die, welke daarmede in onmiddelijk verband stonden; ook de schoone kunsten vonden in hem een krachtig voorstander en bevorderaar; getuige zijne kunstverzameling en wat hij voor het schilderkundig genootschap daar ter plaatste in verschillende opzigten verrigt heeft, gelijk hij ook in der tijd onder-voorzitter van de aldaar gevestigde maatschappij tot bevordering van beeldende kunsten geweest is. Zijne verzameling Coleoptera werd in 1853 aan het koninklijk zoölogisch genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam voor tweeduizend gulden verkocht, en zijne Lepidoptera voor twaalfhonderd gulden aan den heer L. van Eyndhoven.
's Mans stoffelijk overschot werd den 28sten October 1852 op de stedelijke begraafplaats nabij Krooswijk ter aarde besteld, bij welke gelegenheid Dr. D.F. van der Pant hulde deed aan zijne groote verdiensten.
Zie Rotterdamsche Courant, October 1852; Algem. Konst- en Letterb. 1852, D. II. bl. 289, 1853, D. II. bl. 18.