[August van Daalen]
DAALEN (August van), mogelijk een bloedverwant van den voorgaande, werd geboren omstreeks 1670 en deed zich als beoefenaar der dichtkunst kennen door:
De stervende vorst, en van God gezalfde koning van Engeland enz. Wilelm de Derde, enz. in rijm gestelt. Amst. 1702, 4o.
De Ingewanden van den groten ontruster en bederver van Europa! en Verbreeker van veele geswoorene Verbonden, klaarlijk ten toon gesteld. En daar tegen over de onsterfelijke Roem van Wilhelm de III enz. Amst. 1703, 4o.
Zions Nagt, en dag, dat is de worsteling van Gods Kerk met haar woedende Vijanden, enz. Amst. 1703, 4o.
De goede naam van Jacob Sluijs verdedigd, tegen al die zijn persoon hebben gezogt, en nog zoeken, verdagt te maken. Amst. 1704, 4o.
Zie van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht., D. II. bl. 32; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Nederl. Letterk. te Leiden, D. II. bl. 531.