[Simon Lucas Bysterus]
BYSTERUS (Simon Lucas), Predikant te Ingen, werd in het jaar 1618 beschuldigd dat hij zijne dienstmaagd had zoeken te verleiden; hetwelk door die dienstmaagd, welke hij belet had des Zondags 's avonds in de herbergen met het jonge volk te gaan spelen en dansen, was uitgestrooid, terwijl hij met zijne huisvrouw in Holland was. Niettegenstaande de dienstmaagd dit later in het bijzijn van twee getuigen schristelijk herroepen had, werd Bysterus door het Contra-Remonstrantsche gedeelte der Classis eerst in zijne dienst geschorst en in het volgende jaar afgezet, wel voornamelijk omdat hij de Remonstrantsgezinde gevoelens aankleefde. Dadelijk na zijne afzetting begaf hij zich dan ook tot de dienst der Remonstrantsche gemeenten, en bediende ze met groote kloekmoedigheid, niettegenstaande het verbod der Algemeene Staten. Hij waagde het in het geheim hier en daar te prediken. Toen hij dit na den 22sten Augustus 1621 te Krooswijk buiten Rotterdam gedaan had, werd hij, bij het binnenkomen der Oostpoort, gevat en ter bewaring naar de soldatenwacht gebragt. Inmiddels schoolde eene menigte Remonstranten bijeen, met voornemen om Bysterus te verlossen; doch dit had ten gevolge, dat de soldaten, op deze burgers vurende, onderscheidene kwetsten en eenige dood schoten, Bysterus werd vervolgens naar 's Gravenhage gevoerd en den 6den October door het Hof tot eene eeuwige gevangenis op het slot Loevestein verwezen. Waar zijne huisvrouw Isabella van Hattem, op haar langdurig smeeken, een half jaar later, met hare kinderen, bij hem opgesloten werd. Bysterus bleef aldaar tien jaren en wist toen met zeven anderen Predikanten, die mede aldaar gevangen zaten te ontsnappen.
In 1633 door de Remonstrantsche Broederschap tot de bediening van Leiden en Warmond gesteld, werd hij den 16den Julij 1640 te Leiden gevangen genomen en den 15den Augustus daaraanvolgende voor zijn leven lang uit de stad gebannen. Hij bleef echter in de bediening aldaar volharden tot in 1654 toen een ander in zijne plaats beroepen werd. Later werd hij door de Broederschap als Emeritus aangenomen.