[Jan Carel Graaf van Bylandt]
BYLANDT (Jan Carel Graaf van), broeder van den voorgaande, geboren den 5den Januarij 1776, werd in 1792 aangesteld tot Brigadier in de Lijfwacht van den Prins van Oranje. In 1795 uit de dienst ontslagen, begaf hij zich naar Osnabruck, bij de vereeniging van gewezene Officieren onder Prins Frederik, en toen dit rassemblement, ingevolge de bevelen van Pruissen, genoodzaakt werd uiteen te gaan, bragt hij eenige tijd door aan de Hoogeschool te Leipzig.
Nadat bij onder de Regering van Lodewijk Napoleon geweigerd had weder in Militaire dienst te treden, werd hij in 1807 benoemd tot Gezant te Munchen. In 1813 voegde hij zich bij hen, die de herstelling van het Huis van Oranje bewerkten, en hielp onder anderen eene vrijwillige lijfwacht te paard oprigten. Daarna bekwam hij eene betrekking aan het Hof terwijl hij insgelijks gekozen werd tot Lid der Provinciale Staten van Holland en van het Collegie der Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland en later benoemd is geworden tot Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hij was gehuwd met Otteline Agnes Catharina Gravinne van Limburg Stirum, is den 27sten Julij 1841 te 's Gravenhage overleden en liet na twee zoons. De oudste Eugène Jean Alexander, Graaf van Bylandt, geboren den 1sten Julij 1807, werd in 1859, op zijn verzoek eervol ontslagen, als Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland.
Zie Louis Napoleon, Docum. Hist., Tom. III. pag. 227; H. Bosscha, Geschied. der Nederl. Staatsomw., St. II. bl. 25; Siegenbeek, Geschied. der Burgerw., bl. 242.