[Gerrit Buys]
BUYS (Gerrit), zoon van Frans Buys en van Coba Schuyt, geboren den 28sten Augustus 1746, was een Landman in de Vogelenzang bij Haarlem, die zich in het begin dezer eeuw als een zeer verdienstelijk Landbouwkundige deed kennen, zoo wees hem de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij te Haarlem, hare zilveren medaille toe, voor het bezaaijen van een morgen lands met Egyptische rogge, terwijl het daarbij toegevoegde berigt in hare Verhandelingen werd opgenomen. Twee jaren later behaalde hij hij de Maatschappij ter Bevordering van den Landbouw, wegens de cultuur van heul- of papaverzaad, eene dergelijke medaille en tien dukaten. In 1816 werden hem door de zelfde Maatschappij twee premiën van zes dukaten toegelegd, wegens een berigt over het wonderkoorn (triticum compositum); voor de cultuur van eene weinig bekende soort van garst (hordeum hexasticon majus), en in 1821 nog eene dergelijke premie voor de cultuur van de erwten soort lage groentjes (the dwarf Prussian bleue) in zandgrond. Bovendien zag hij zich vereerd met het corresponderend lidmaatschap dier Maatschappij en het opnemen van zijn berigt over de cultuur der Wouw in hare verhandelingen.
Hij overleed den 18den April 1836, bij zijne echtgenoote Margareta Heemskerk, twee dochters nalatende.
Zie Algem. Konst- en Leterb. 1802, D. I. bl. 394, 1816, D. I. bl. 393 en 394, 1821, D. I. bl. 412, 1836, D. I. bl. 305; Loosjes, Holl. Aroad., bl. 243.