[Bocko van Burmania]
BURMANIA (Bocko van), zoon van Poppe van Burmania en van Clara Frauwenhoven, werd in 1600 Grietman van Hennaarderadeel, den 4den Julij 1602 Dijkgraaf, en kreeg den 29sten Januarij 1614 zitting in het Collegie van Gedeputeerden. In het volgende jaar was hij wegens de Staten in de Commissie tot het introduceren en beëedigen van de nieuwe Regeringspersonen der stad Franeker. Als Lid van de Staten volgde hij, in 1620, wegens Westergoo de lijkstatie van Graaf Willem Lodewijk van Nassau. Hij was ook Lid van de Admiraliteit te Dockum; overleed in 1628 of 1629 en was gehuwd met Frau van Burmania, bij wie hij zeven kinderen won, onder welke Poppe van Burmania, die later volgt; doch deze vrouw in 1621 overleden zijnde, hertrouwde hij in 1622 met Ursel van Roorda van Genum, die hem twee kinderen schonk.
Hij gaat in portret uit, gegraveerd door Theodorus Matham, met een Latijnsch vers van A. van der Mast, 4o, waarin ook van wetenschappelijke verdiensten gewaagd wordt.
Zie Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietm., bl. 245 en 246, uit bijzondere berigten aangevuld.