[Petrus Broes]
BROES (Petrus), geboren den 9den Julij 1726 te Amsterdam, waar zijn vader Koopman was, werd, na volbragte studiën aan de Leidsche Hoogeschool, in 1751, Predikant te Velp bij Arnhem, in 1758 te Nieuw-Loosdrecht, in 1762 te Vlissingen, in 1765 te Haarlem en eindelijk in 1770 te Amsterdam, waar hij den 26sten October 1797 overleed, bij zijne echtgenoote, eene dochter van den Amsterdamschen Predikant Brouërius Brouwer, nalatende drie zonen en twee dochters. Twee zijner zonen hebben der Nederlandsche kerk tot sieraad verstrekt, zijnde Brouërius Broes, die volgt, en Willem Broes, geboren te Haarlem, thans rustend Predikant van Amsterdam.
Van Petrus Broes ziet een werk het licht, getiteld:
De Peinzende Christen of bundel van stichtelijke gedagten voor de eenzaamheit. Amst. 1784. 4 st. 8o, hetwelk in 1817 te Amsterdam, op nieuw met platen werd uitgegeven en vooral wegens den hoogst ernstigen, christelijken, gemoedelijken geest, die er in heerscht, het zonderlinge maar ook regtmatige lot ten deel viel, van onder de praktikale schriften der laatste zeventig jaren alleen in honderde huisgezinnen der Nederlandsche kerk op den duur gelezen en nog dagelijks aangekocht te worden.
Broes was ongetwijfeld aan de leer van zijn Kerkgenootschap gehecht en mogt in dit opzigt een regtzinnig Godgeleerde genoemd worden. Dit ontnam hem echter de lust niet om zelf te onderzoeken en van hetgeen door hem aanvankelijk zelf eenigzins steil gedacht was, allengskens met vrijmoedigheid tot vrijer denkbeelden over te gaan. Hij had ook een aanzienlijk deel aan de omkeering, bij welke in de Hervormde kerk onder de Coccejaansche Leeraars, de zeer drooge tot stichting weinig geschikte Leerredenen, door eene hoogst nuttige, het hart meer roerende voordragt, vervangen werden, gelijk hij dan ook ten gevolge daarvan, bijzonder te Haar-