[Reinier van den Broek]
BROEK (Reinier van den), de oudste zoon van den voorgaande, geboren te 's Prinsenhage den 1sten September 1769, werd, na volbragte studie aan de Hoogeschool te Leiden, in het jaar 1792 Predikant te Ginneken; in 1796 van daar beroepen naar 's Prinsenhage, vertrok hij in 1802 naar Besoyen en in 1818 naar Zevenbergen, waar hij den 4den December 1838 overleed, bij zijne echtgenoote Johanna Maria Brandt verwekt hebbende twee zonen en twee dochters. Zijne zonen waren: Cornelius Jan Maurits van den Broek, thans Predikant te Breda, en Reinier Laurens van den Broek, overleden te Axel in 1847.
Reinier van den Broek gaf van zijne geleerdheid en uitgebreide kennis blijk in onderscheidene stukken en verhandelingen, door hem in verschillende tijdschriften medegedeeld.
Zie Aardrijksk. Woordenb. der Nederl., D. IX. bl. 276, uit familiepapieren aangevuld.