Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1353]
| |
Proponent. Nog het zelfde jaar Predikant te Lippenhuizen geworden, bleef hij daar slechts eenige maanden als wanneer hij in 1766 naar Werkendam en de Werken beroepen werd, van waar hij in 1769 als Hoogleeraar in de Wijsbegeerte naar Groningen vertrok, welke bediening hij aanvaardde met het houden eener Latijnsche redevoering over de menschelijke rede niet genoegzaam om het ware geluk aan te wijzen en te verkrijgenGa naar voetnoot(1). Van daar werd hij in 1778 beroepen als Predikant naar Rotterdam. Bij de Staatsomwenteling van 1787 werd hij, bij resolutie van 22 October van dat jaar van zijne dienst vervallen verklaard en hem den predikstoel binnen die stad ontzegd, doch deze resolutie werd den 20sten Mei 1795 door de toen veranderde Regering vernietigd en hij in allen deele in zijne betrekkingen hersteld. Hij werd den 26sten Februarij 1822 emeritus, en overleed den 20sten Januarij 1823, bij zijne echtgenoote Mejufvrouw van Houweningen nalatende twee zoons: Joachim George le Sage ten Broek, die volgt, en Hendrik Willem le Sage ten Broek, die eerst Predikant was te Odijk, later te Haamstede en daarna te Noordgouwe, waar hij in 1827, wegens voortdurende ziekte emeritus werd; van toen af woonde hij te Zierikzee, was daar onderscheidene jaren Lid van den Raad en had er vele andere betrekkingen. Hij overleed den 7den Februarij 1845. Onder de beroemde Godgeleerden van zijnen tijd bekleedde Johan Jakoble Sageten Broek eene niet onaanzienlijke plaats. Zijn naam is bekend geworden in de Kerkelijke geschiedenis van ons Land, niet alleen door dat hij een der eersten was, die de gebrekkige predikwijze van zijne tijd vaarwel zeiden, en eene geheel nieuwe predikmethode volgden, maar ook door zijn verschil over het borgtogtelijke lijden des Zaligmakers, hetwelk hij met zijne ambtgenooten Johannes Habbema en Petrus Hofstede, gevoerd heeft en zoo veel onrust in de Vaderlandsche kerk te weeggebragt, maar vooral aan ten Broek zooveel leed veroorzaakt heeft. Van hem zijn in druk uitgegeven: Zedige en vrijmoedige verantwoording aan de Hervormde kerk. Vier Memoriën aan den eerwaarden Kerkenraad van Rotterdam gepresenteerd. Provisioneel antwoord op het verhaal en opgave van J. Habbema. Memorie aan de eerwaarde Klassis van Schieland. Afgeperst antwoord. D. van de Wijnpersse, Onderwijs in de Redekunde met aanmerkingen van J.J. le Sage ten Broek. Rotterd. 1780. 2 deelen, 8o. Bundel Kerkelijke Redevoeringen. Rotterd. 1783. 3 st. 8o. Redevoering over de verdraagzaamheid. Rott. 1796. 8o. | |
[pagina 1354]
| |
Redevoering over de Philosophie. Rott. 8o. Getuigenis der Waarheid. Rott. 1802. 8o. Redenen en gronden voor het geven en nemen van Kerkelijke acte van indemniteit bij de Hervormde gemeenten. Rott. 1802. 2 stukjes. 8o. Zijne afbeelding ziet het licht door Claassens in 4o, en door Waldorp in 8o. Het laatste met het volgende bijschrift: Een vriend der deugd, wars van verkeerdheid,
Niet slaafs gehecht aan schoolgeleerdheid,
Een man, wiens hart geen valschheid kent,
Vertoont de kunst in deze prent.
Zie van Abkoude en Arrenberg, Naamr. van Nederd. Boeken, bl. 91, 588; Ypeij en Dermout, Geschied. der Nederl. Herv. Kerk, D. III. bl. 567-579; Supplement op (de Jong), Alphab. Naaml. van Boeken; van Harderwijk, Naaml. der Predikanten te Rotterdam, 97-98; Glasius, Godgel. Nederl. |
|