Hoe hoog Walraven in achting stond bij Willem VI, Graaf van Holland, blijkt daaruit, dat die Vorst, toen hij in 1415 Keizer Sigismund naar Parijs vergezelde, hem met den Heer van Culemborg tijdens zijne afwezigheid het bestuur des Lands toevertrouwde.
Toen, na de dood van gezegden Graaf, zijne dochter, Vrouwe Jacoba, aan het bewind kwam, staken de Kabeljaauwschen het hoofd weder op, en namen met eenen zaamgeraapten hoop volks IJsselstein in, doch Walraven van Brederode, die door Vrouw Jakoba tot Stadhouder van Holland was aangesteld en van Montfoort verzamelden spoedig eenige manschap en sloegen, gesterkt door eene menigte Utrechtschen, wie zij den stad ten buit beloofde, het beleg voor de pas veroverde vesting, welke eerlang voor dat geweld bukte en bij verdrag overging.
Kort daarna hernam Jan van Arkel en zijn zoon Willem met behulp van de Dortenaren de stad Gorinchem, doch stieten hun hoofd voor het Slot. Walraven begaf zich met eenen aanzienlijken magt, ter behouding van het kasteel, derwaarts. Hier gekomen, trachtte hij de stad te bemagtigen en meende na den eersten storm er binnen te komen; Willem van Arkel, zijnen vijand niet schromende, trok hem tegen; doch, onaangezien hij zich dapper verweerde, verhinderde dit van Brederode niet de belegerden allengs meer te benaauwen, zoodat hij eindelijk den 1sten December, door een gesloopt stuk muur eenen zoo hevigen aanval deed, dat van Arkel met omtrent 1000 aanhangers sneuvelde. Door drift vervoerd trok van Brederode nu, zonder genoegzaam van de zijnen gevolgd te worden, ter stad in, en liep den dood te gemoet, want hij werd na eenen hevigen tegenstand omgebragt. Ofschoon Vrouw Jakoba de zege behaalde en Gorinchem weder in handen kreeg, beklaagde zij zich meer over het verlies van haren getrouwen van Brederode, dan zij zich over de overwinning verheugde.
Gehuwd zijnde met Jenne of Johanna erfdochter van Henrik Heer van Vianen, Ameide en Herlaar, bragt hij daardoor die heerlijkheden aan het huis van Brederode. Uit dit huwelijk werden geboren Reinoud van Brederode, en Gijsbert van Brederode, die volgen, alsmede eene dochter Walravina van Brederode, die trouwde met Gerard van Amerongen, Heer van Amerongen en Broekhuysen.
Walraven van Brederode was de eerste die het volle wapen van Holland, doch gequartilleerd met dat van Valkenburg, heeft aangenomen.
Zie van Goudhoeven, Oude Chron. van Holl., D. I. bl. 121; Schotanus, Geschied. van Friesl., bl. 224; Vossius, Histor. Jaerboeck., bl. 525, 582; van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 887; van Mieris, Hist. der Nederl. Vorsten, D. I. bl. 18, 19; Tegenw. Staat der Vereen. Nederl., D. XIII. bl. 565 en 566; Burman, Utrechts, Jaarb., D. I. bl. 130, 131, 208; Kok, Vaderl. Woordenb.;