zouden, volbragt hij evenwel zijn voornemen, zonder toestemming der Classis, zonder order op zijne dienst te stellen of zonder iets aan zijne kerk te schrijven. Diensvolgens en wegens de gedurige nalatigheid in zijne dienst, niettegenstaande alle vermaningen, werd hij, met advies der kerk van Middelburg, afgezet, en op hoop, dat hij met meer naarstigheid en vrucht op andere plaatsen de kerk Gods zou mogen bedienen, vond men raadzaam hem een behoorlijk getuigschrift te verleenen, waarin zoowel zijne lof, als de reden waarom men hem afzette, werd opgegeven. Dit getuigenis bleef niet zonder goede uitwerking, want kort daarna, namelijk in 1580, werd hij te Zierikzee beroepen. Hij verscheen wegens de Classis van Schouwen op de Synode te Vlissingen, gehouden in het jaar 1581, waar hij Schriba was, en werd in 1586 gezonden naar de Nationale Synode te 's Gravenhage. Nogmaals was hij Lid der Synode van Zeeland, vergaderd te Middelburg, den 1sten Februarij 1591, waar toen de Kerkeordening van Zeeland is opgesteld; even als hij ook naderhand Voorzitter is geweest op de Synode te Tholen, den 20sten November 1602, en weder is gezonden op die van Vere, den 17-27 Mei 1610, alwaar hij, na verslag gedaan te hebben van zijne verrigtingen als een der Gedeputeerde der Synode van Tholen, voor zijne getrouwe diensten is bedankt. Eindelijk werd hij tot Praeses verkoren op de Coetus te Goes in 1615, waar de zaak van Filips van Lansbergen behandeld werd. Hij moet derhalve in kerkelijke zaken, zoowel als in het Predikambt wel bedreven zijn geweest, en tot in zijnen hoogen ouderdom in groote achting zijn gebleven.
Hij heeft in het licht gezonden:
Collatio scripto habita Hagae Comitum Ao 1611. Zirixeae. 1615. 4o.
Daar hij boven anderen in kundigheid uitmuntte werd hij te Zierikzee eerst aangenomen tot Rector, naderhand tot superintendent van de Latijnsche scholen.
Zie te Water, Kort verhaal der Reformatie van Zeel., bl. 221, 225-228, 234, 235, 262, 265, 273, 303.