[Cornelius Janssenius Boy]
BOY (Cornelius Janssenius), geboortig van Zierikzee, werd aangenomen in het Dominikaner-klooster te 's Hertogenbosch, toen de Roomsche godsdienst daar nog in bloei was. Te Leuven zijne studiën voltrokken hebbende, werd hij Voorlezer in de Godgeleerdheid te Boulogue, en naderhand tot Apostolisch zendeling in Neder-Saksen aangesteld, van hier teruggekeerd, moest hij op bevel zijns Overste, de dienst als Pastoor te Monnickendam waarnemen; vervolgens ter zee naar Rome reizende, leed hij met zijnen neef, Ambrosius Janssenius Boy, mede een Dominikaner-Monnik, den 11 October 1627, schipbreuk, en kwam jammerlijk in de golven om.
Hij heeft geschreven:
Replica in defensionem libri Fratris Nicolai Janssenii Boy, contra Joannem Mullerum, Lutheranum Predicantem Hamburgensem.
Doch dit boek is, eer het gedrukt was, met den schrijver vergaan.
Nog heeft bij uit het Italiaansch overgezet:
Mirakelen van O.H.V. Dominikus te Soriano, bijeenvergaderd door den Eerw. P.F. Sylvester Frangipani, Antw. 1643. 8o. hetwelk na zijn overlijden onder opzigt van zijnen broeder Dominicus Janssenius Boy is in druk verschenen; terwijl het eerste deel van dat werk reeds te voren door den Dominikaner Monnik Aegidius van Swieten in 1633 te Antwerpen in 8o was in het licht gezonden.
Zie de la Rue, Gelett. Zeel. bl. 290 en 291; Tegenw. Staat der Vereen. Nederl. D. IX. bl. 370; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.