Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk

[Johannes Boskoop]

BOSKOOP (Johannes), geboren te Rotterdam den 20sten Januarij 1714, werd in het jaar 1736, Proponent zijnde, beroepen tot Predikant in de Kethel, vervolgens in het jaar 1739 te Rijswijk bij 's Gravenhage, naderhand in het jaar 1740 te Utrecht en in 1746 te Amsterdam, waar hij den 1sten Junij 1772 overleed. In 1755 was hij gehuwd met Johanna Bontekoning, die hij kinderloos als weduwe achterliet. Boskoop, die zoowel met de pen als door mondeling onderwijs leerde en stichtte, heeft door den druk gemeen gemaakt.

Eerste en Laatste Uytrechtsche Kerkreeden, by gelegentheyd van Intree en Afscheyd van dezelve Gemeente Gods aldaar. Uytr. 1746. 4^o.

[p. 1032]

Intree Reeden tot de Gemeente Gods te Amsterdam over Zach. IV vs. 4-7. Amst. 1746. 4^o.

Jacobs Pragtige Uytvaart, beschouwdt op den dag der Begraaffenis van den Doorlugtigen Prins van Oranje en Nassauw W.C.H. Friso, Erf-Stadhouder enz. enz. in een Leerreeden over Genesiss L vs. 1-4. Amst. 1752. 4^o.

Gods Alwetenheit van David beschouwdt, betoogd en zich ten nutte gemaakt in den CXXXIX Psalm. Amst. 1762. 4^o.

Lykreden op D. Molenaar en zijne Huisvrouw. Rott. 4^o.

Leerredenen over Ruth I vs. 14-17. Amst. 1766. 4^o.

Leerredenen over het VII kapittel van Lukas. Amst. 1768. 4^o.

Lykreden op Ds. Temmink. Amst. 1768. 4^o.

Dankreden wegens deszelfs XXV jarigen Predikdienst over Exod. XV vs. 2. Amst. 1771. 4^o.

Er bestaan portretten van Boskoop, gegraveerd door Johannes Folkema in 4^o en in folio, door Johannes Houbraken, naar de schilderij van Johannes Maurits Quinkhard, in 8^o en in folio, het laatste met het volgende bijschrift van Arnold Hoogvliet.

Dus stelt de Kunst het Beelt van Boskoop ons ten toon:

Wy kunnen in 't gelaat nog d'eedle Vriendschap lezen,
Vorst Jezus Bruit beschouwt haar Godstolk in dit Wezen.

De Godgeleertheit juicht, en kent haar echte zoon:

Ja zelfs de Waarheit dreigt, door Godsvrucht aangedreven,
Dien Amstelpriester, in dit Beelt, een kus te geven.

Zie van Abkoude, Naamr. van Nederd. Boeken, D. I. St. IV en V; van Abkonde en Arrenberg, Naamr. van Nederd. Boeken; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Naaml. der Predik. te Amsterdam, bl. 39, uit partikuliere berigten aangevuld.