ter gelegenheid, dat dit hem verleend werd, eene aanzegging dat hij zich van het geven van bijzondere lessen en het oefenen der jonge lieden door Disputatiën zou hebben te onthouden, waarnaar hij, onder ernstige betuiging van zijne onschuld aan het geen ten zijnen laste mogt zijn voortgebragt, beloofde zich te zullen gedragen. Hij vestigde zich nu weder te 's Gravenhage, waar hij de Regtsgeleerde praktijk met lof en voordeel oefende. Toen in 1623 de aanslag tegen het leven van Prins Maurits ontdekt was, werd Bosch in zijn huis verzekerd, maar, nadat zijne onschuld gebleken was, geslaakt.
Men houdt hem voor den schrijver van de
Historie van het Leven en Sterven van Heer Johan van Oldenbarnevelt, Ridder Heer van den Tempel, Berkel, Rodenrys, Advocaat en Groot-Zegel-Bewaarder van Holland enz., waarachtelijk beschreven door een Lief hebber der waerheid. In 't jaar onses Heeren Anno 1648. zonder plaatsvermelding.
Ook schijnt hij de hand te hebben gehad, in de uitgave der oudste Hollandsche Consultatien en Advysen, bij Isaak Naeranus te Rotterd. gedrukt, althans er komen in de eerste deelen onderscheidene adviezen van hem voor.
Zie Brandt, Hist. der Reform., D. III. bl. 919-922, D. IV. bl. 941; Wagenaar, Vaderl. Hist, D. X. bl. 462; Siegenbeek, Geschied. der Leids. Hooges., D. I. bl. 102, 117; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. IX. 307-309, D. X. bl. 327, D. XI. bl. 281 en 282.