[Dirk Bosboom]
BOSBOOM (Dirk), een zoon van den voorgaande, volgde zijnen vader op in het waarnemen van de steenhouwerij; doch later, door den Burgemeester Nicolaas Witsen, met eene en andere bediening begunstigd, had hij gelegenheid, om de hem, van het waarnemen van zijnen post, overschietende tijd te besteden, in de beoefening der Schilderkunst. Daar zijne keus viel op het voorstellen van gebouwen en doorzigtkundige voorwerpen, waartoe hij de kennis van de regelen der Perspectief noodig had, legde hij zich daarop inzonderheid toe, en vervaardigde over die wetenschap een boek, dat hij ten nutte der Schilderjeugd uitgaf, onder den titel van:
Doorzichtkunde. Amst. 1703. 4o.
Dit werk bevat wel vele nuttige onderrigtingen en schrandere inzigten, doch het is te onduidelijk en te verward geschreven, om met vrucht door eerstbeginnenden gebruikt te worden.
Ook schreef hij met medewerking van Simon Schijnvoet:
Verhandeling van de Algemeene Bouworde. Amst. 1765 met pl., hetwelk bij van Abkoude en Arrenberg, Naamr. van Nederd. Boeken, abusivelijk op den naam van G. Bosboom staat.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. I. bl. 149 en 150, uit medegedeelde berigten aangevuld.