[Cornelis Borwinkel]
BORWINKEL (Cornelis), woonde in de laatste helft der vorige eeuw te Amsterdam en beoefende de dichtkunst, zoo als blijkt uit een werkje van zijne hand getiteld:
Dichtkundige Bespiegelingen over de zinnebeeldige sieraden in den Oosterkerk te Amsterdam, bij gelegenheid van het eerste eeuwgetij der inwijinge van dat Godsgebouw op den vierden van Wijnmaand 1771. Amst. 1772, 8o., hetwelk echter niet veel meer dan berijmd proza is.
Van betere gehalte zijn de gedichten van hem vóór de werken van Rutger Schutte en onder de grafschriften op dien beroemden Amsterdamschen Predikant, wiens vriend hij was, even als van Johannes Eusebius Voet, Ook heeft hij eene bijdrage geleverd tot de Dichtkundige Cypressenbladen gestrooit by het Afsterven van Willem IV. Amst. 1752.
Zie van Abkoude en Arrenberg, Naamreg. van Nederd. Boeken; Biogr. Woordenb. van Nederl. Dicht. ten vervolge op Witsen Geysbeek.