September bij Bergen geleverd werd, andermaal gekwetst en gevangen genomen. Drie maanden in Engelsche Krijgsgevangenschap verbleven zijnde, kwam hij, ten gevolge eener uitwisseling in 1800 in het Vaderland terug en verzocht toen zijn ontslag, dit werd hem niet verleend, maar men legde hem, tot belooning van zijnen betoonden moed en getrouwe diensten een tweejarig verlof, met behoud zijner volle soldij, toe. Na den vrede van Amiens, in 1802, weder om zijn ontslag verzocht hebbende, werd hem dit eervol toegestaan.
Nu leidde hij een ambteloos leven, tot hij in 1811 tot Maire van Herwijnen werd aangesteld, welke heerlijkheid hij in 1822 aankocht, na in 1813 door het Nederlandsch Bestuur tot Burgemeester der gemeente te zijn benoemd, in welke betrekking hij den 16den December 1830 overleed, bij zijne echtgenoote Cornelia Gerdina Boellaard, twee zoons en vier dochters nalatende, van welke zijn oudste zoon Dirk Boellaard hem als Burgemeester is opgevolgd, en reeds weder een zoon heeft, Adolf Pieter Hendrik Boellaard, die mede zijnen arm aan het Vaderland heeft gewijd, en thans nog, als Eerste Luitenant bij het Eerste Regement Dragonders dienende, zijne trouwe diensten met de Orde van de Eikenkroon vierde klasse heeft zien beloonen.
Zie Bosscha, Neérl. Heldend. te Land, D. III. bl. 179 noot en Bijl. bl. 3, uit familiepapieren aaugevuld.