zal worden bevolen te gehoorzamen, alles in gevolge de verpligting van zijne Leenen en van den Eed, alsmede om te renuncieren van alle verbonden Confederatiën en Obligatiën ter contrarie.’
Hoewel hij het Verbond der Edelen niet geteekend had, blijkt echter niet dat hij verschenen is. Zeker gaat het dat hij in 1579 overleed. Bij zijn eerste vrouw Maria de Hoog had hij, naar het schijnt, geene kinderen verwekt, doch zijne tweede Cornelia van Droogendijk schonk hem vijf zonen als: Cornelis van Blyenburg, Heer van Dortsmonde, Kethel, 's Graven-Ambacht enz., Dijkgraaf en Baljuw van Delftland, geboren in 1545, overleden in 1618 en Adriaan van Blyenburg, die volgt; Vincent van Blyenburg, geboren in 1557, Hofmeester van den Heer ten Berge uit Bourgondië, en Ridmeester, zijnde gebleven met Don Sebastiaan, Koning van Portugal, in Afrika, in 1578; Damas van Blyenburg, die mede volgt en Johan van Blyenburg geboren in 1560 en overleden in 1595 in Italië, en vier dochters Margaretha van Blyenburg, geboren 1541, gehuwd met Johan Broucqet, Generaal van de Munt der Vereenigde Nederlanden; Christina van Blyenburg, geboren in 1549, gehuwd eerst met Johan van Nuyssenburg, daarna met Johan van der Myll, Heer van de Myl, St. Anthonie-polder, Kijfhoek enz.; Maria van Blyenburg, geboren in 1555, gehuwd met Hugo Cooll, en Anna van Blyenburg, gehuwd met Jodocus de Jonge van Baardwijk, Auditeur van de Rekenkamer van Holland.
Zie Balen, Beschr. van Dord., bl. 991; van Leeuwen, Bat. Illustr. bl. 872; d'Yvoy van Mydrecht en Beeldsnijder, Verbond en Smeekschr. der Edelen, bl. 2 en 82.