[Joan Biskop]
BISKOP (Joan) of Jan de Bisschop, geboren te 's Gravenhage in het jaar 1646, was een beroemd Advocaat voor het Hof van Holland, en tevens een beminnaar en beoefenaar van de Schilderkunst. Hij legde veel bekwaamheid aan den dag in het schilderen met olieverw; doch zijn grootste bekwaamheid bestond in het vervaardigen van teekeningen met het penseel en de pen, waarin hij zoo kunstig de bijzondere wijze van handeling der eerste meesters wist na te bootsen, dat kenners met den eersten opslag van het oog konden zien, of zijne teekening gevolgd was naar eene schilderij van Tintoret, Bassan, Carats, Paul Veroneze, Rubbens of van Dijk; waarom dan ook deze stukken, bij de liefhebbers zeer gezocht waren.
Behalve andere losse prenten, heeft men vanhem een geëtst werk met standbeelden, getiteld: Paradigmata graphices variorum artificum, tabulis aeneis, Pars I et II. Hagae 1671. fol. van hetwelk twee drukken van het zelfde jaar bestaan; de eene, door Biskop, die zich daarin Episcopius noemt, zelven uitgegeven, bevat 102 platen; de andere door Nicolaas Visscher in het licht gezonden, telt 113 platen. Hij overleed in 1686.
Zie Houbraken, Schoub. der Schild. en Schilder., D. III. bl. 212 en 213; van Hoogstraten en Brouerius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb. B. bl. 263; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Biogr. Nation; Immerzeel, Levens en werken der Kunstsch.; Biogr. Univers.; Meyer, Convers. Lexioon; Pierers, Univers. Lexicon, in welke beide laatste werken hij abusivelijk Bishop wordt genoemd.