[Johan Biel]
BIEL (Johan), mogelijk wel een zoon van den voorgaande, was in het jaar 1618 Sijndicus der stad Nijmegen, toen Prins Maurits zich in Januarij van dat jaar naar die stad begaf, vergezeld van den Kanselier, twee Raden en eenen Rekenmeester van Gelderland nevens den Rigter van Veluwenzoom, en aldaar de Regering naar zijn zin veranderde, er diegenen uitlatende, welke tegen het houden van eene Nationale Synode te Dordrecht waren. Alle de ontslagen Regenten werden daarna op hun verzoek bij den Prins ontbouden, wien zij, bij monde van Biel, voorhielden, dat de tegenwoordige wijze van handelen streed tegen de privilegiën, doch de Stadhouder zulks ontkennende, protesteerde Biel uit naam der ontslagen Regenten tegen het gene er geschied was, zich daarvan beroepende op de Algemeene Staten; de Prins vond echter niet geraden, hun protest te aanvaarden, en de zaak bleef zoo als hij ze geschikt had.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist., D. X. bl. 197 en 198; Chalmot, Biogr. Woordenb.