[Seerp Seerps van Beyma]
BEYMA (Seerp Seerps van), een zoon van den voorgaande, werd den 5den Mei 1530 benoemd tot Arbiter over de goederen van Gerbrand te Beerstens. George Schenk, van 's Keizers wege stadhouder van Friesland, benoemde hem, den 12den Augustus 1532, tot het aangaan en sluiten van een verdrag voor de Friesche schepen, omtrent de tollen te Kampen. Ook werd hij den 13den Augustus 1539 benoemd tot Gedeputeerde uit het kwartier der steden, om eene instructie te ontwerpen voor de Afgevaardigden naar de Gouvernante, Koningin Maria. Den 18den April 1542 bij het Hof van Friesland benoemd tot het onderzoek der costumen en usantiën, werd hij den 15 April van het volgende jaar benoemd in eene Commissie tot vaststelling van eene nadere instructie omtrent eenige artikelen van doleantie aan de Koninginne, welk stuk lang is berustende geweest op Tjaerdahuis te Rinsumageest.
Hij, die in eene resolutie van het Hof van Friesland van 8 Mei 1542 geleerde Meyster genoemd wordt, overleed in 1560, na gehuwd te zijn geweest met Taets Juckes van Beyma, die hem twee kinderen schonk, Sjoerd van Beyma en Trijn van Beyma.
Uit familiepapieren bijeengebragt.