van de bestrijders des Christendoms te beveiligen, door het Haagsche Genootschap ter verdediging van de Christelijke Godsdienst tegen derzelver hedendaagsche bestrijders, met goud bekroond; de zelfde eer viel hem in 1804 bij het zelfde genootschap te beurt door eene Verhandeling: Over de ware en eeuwige Godheid van den persoon des Heiligen Geestes.
Behalve deze Verhandelingen schreef hij nog: Leerboek over de voornaamste waarheden van den Kristelijken Godsdienst, 1797.
Kort onderwijs in de kennisse der Bijbelboeken, tweede druk. 1816.
Kleine natuurlijke geschiedenis voor de jeugd, Zutphen 1777-1799. 3 deeltjes gr. 8o
Bovendien heeft hij nog gearbeid aan een werk over de overeenstemming der vier Evangelisten, met oogmerk om het in het licht te geven. Onderscheidene omstandigheden hebben de ten uitvoer brenging van dit voornemen vertraagd, hetwelk hij naderhand zoo het schijnt, geheel heeft laten varen.
Zie E.L. van Heeckeren, Lofrede op H.J. Beusekamp, Zutphen 1817; (H.N. van Til) Besch. der stad Zutphen, bl. 110; Glasius, Godgel. Nederl., waar evenwel abusievelijk Zwolle als zijne woonplaats wordt opgegeven.