[Pieter Godfried Bertichen]
BERTICHEN (Pieter Godfried), of Bertichem, geboren omstreeks 1797 waarschijnlijk te Amsterdam, waar hij ten minste woonde, legde zich op het schilderen van portretten en huisselijke tooneelen toe. Reeds in 1814 dus nog slechts zeventien jaren oud, bragt hij van zijn werk op de tentoonstelling te Amsterdam. Een vrouwenportret op de tentoonstelling ter zelfder plaatse, twee jaren later, toonde zijne vorderingen. In 1818 behaalde hij bij de Amsterdamsche Stadsteekenakademie den zilveren eereprijs, en werd tot de eerste klasse bevorderd, en op de tentoonstelling, die in dat jaar te dier stede plaats had, leverde hij eene schilderij, een muzijkmakend gezelschap voorstellende.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk. D. III. bl. 379; Algem. Konst- en Letterbode 1818. D. I. bl. 206; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.