tevens op den leerstoel der Bespiegelende Wijsbegeerte plaatste. Zijn Traité d'hydrodynamique, Strasbourg 1738, was het eerste geschrift, dat over de kennis van de beweging der vloeibare stoffen het licht zag. Onderscheidene verhandelingen, welke in de werken der Akademiën te Petersburg, Berlijn en Parijs, van welke hij lid was, in het licht kwamen, dragen evenzeer blijk van zijne onverdroten werkzaamheid als van zijne schranderheid. Hij had zich, als het ware, een inkomen gevormd uit de prijzen, welke door de Akademie van Wetenschappen te Parijs werden uitgeloofd, en die hij tien malen behaalde. In 1734 deelde hij met zijnen vader eenen dubbelen prijs van 5000 Livres bij die akademie. De Koninklijke Maatschappij te Londen vereerde hem mede met haar Lidmaatschap. Hij overleed te Bazel den 17den Maart 1782.
Behalve het hierboven vermelde Traité d'hydronamique, heeft hij in het licht gezonden:
Dissertatio inauguralis physico medica, de Respiratione, Bas. 1721. 4o. waarin hij handelt over de hoedanigheid van de lucht die bij elke ademhaling in de longen dringt;
Positiones anatomico botanicae, Bas. 1721. 4o. waarin het gebruik der bladeren behandeld en het bestaan der luchtvaten in de planten bestreden wordt;
Exercitationes quaedam mathematicae, Venet. 1724. 4o.,
Hydrodynamica, seu de viribus et motibus fluidorum Commentarii, opus academicum ab auctore, dum Petropoli ageret, congestum, Argent. 1738. 4o.
Zie Saxe, Onomast. Lit., Pars. VI. pag. 708; Biblioth. Nationn.; Nieuwenhuis, Woordenb. van Kunst en Wetens.; Van Kampen, Geschied. der Letterk. en Wetens. in de Nederl., D. III. bl. 303-307; Biogr. Univ.