[Boudewijn Berlikom]
BERLIKOM (Boudewijn), geboortig uit 's Hertogenbosch, of misschien van het dorp Berlikum, hetwelk anderhalf uur oostwaarts van die stad gelegen is, werd van zijne jeugd af aan, tot de beoefening der fraaije letteren voorbeschikt, en hij maakte ongemeene vorderingen in de Latijnsche Taal- en Dichtkunde; daarbij was hij zulk een kundig Regtsgeleerde, dat enkel zijne bekwaamheid hem tot den post van eersten Griffier aan het Hof van Braband te 's Gravenhage deed bevorderen, welken post hij tot op zijn overlijden den 20 Mei 1605 bekleedde. Men heeft van hem:
Hierostichon, sive carminum, ex libris sacris et ecclesiasticis, metaphrasi Poetica concinnatorum, libri IX. L.B. 1598, in 8o, met eene opdragt aan de algemeene Staten, gedagteekend 's Hage.
Nog heeft men een los stukje van hem, in de Deliciae Poëtarum Belgar. Tom. I. p. 565.
Zie Chalmot, Biogr. Woordenb.; Hofman Peerlkamp, de Poët. Lat. Nederl., pag. 184 en 185; Hoeufft, Parnasus Belg., pag. 87; Biogr. Univ.