Gelder en onder deze een man van bedrijve. Karel begiftigde hem in 1537 met de heerlijkheid het Loo en stelde hem aan tot Erfjagermeester van de Veluwe, uit aanmerking van zijne overgrootmoeder, die, zoo als wij hier boven gezien hebben afkomstig was uit het Huis van Heukelom, door welk geslacht dit ambt jaren lang bediend was. In 1538 teekende hij, met meer Edelen, de overeenkomst, die weinig dagen voor de dood van den Hertog op het bestuur van Gelder en Zutphen gemaakt werden. Hij overleed in 1543, en was gehuwd met Jenne van Appeltern, bij wie hij vier zonen en vier dochters verwekte.
Zie Slichtenhorst, Gelders. Geschied., bl. 427 en 431; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; Scheltema, Staatk. Nederl.