[Johannes Beeldemaker]
BEELDEMAKER (Johannes) geboren te 's Gravenhage in 1630, schilderde voornamelijk harten- en zwijnenjagten, en al wat tot deze vorstelijke tijdkorting behoort, ook hazen, konijnen, honden, en mede de vereischte menschelijke beelden, als heeren, vrouwen, jagers, jongens en hoeren; en doorgaans stoffeerde hij de voorgronden van zijne stukken met klissen, planten, distels, inlandsche kruiden en meer andere dingen van dien aard. Ook schilderde hij somtijds wel een slapend boerinnetje, verzeld van melkkoeijen, schapen, lammeren, huppelende bokken en geiten, terwijl het boerinnetje bij haar ontwaken de melkemmers door de jagershonden uitgeslurpt vond. Daar is nog een stuk van hem voorhanden dat zeer schoon en wel geschilderd is, verbeeldende een slapende nymf, opgewacht bij een veldstoet van huppelende bokken en geiten; het is gejaarteekend 1652. Jan Beeldemaker had in zijn tijd vele leerlingen en ook vele kinderen, hij moet in zeer hoogen ouderdom gestorven zijn, want hij leefde nog in 1710.
Zie van Gool, Nieuwe Schoub. der Ned. Kunsts., D. I. bl. 63 en 64; Chalmot, Biogr. Woordenb.; Biogr. Nation.; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.; Biogr. Univers.