[Harmen Wouter Beekkerk]
BEEKKERK (Harmen Wouter), geboren te Leeuwarden, den 18 November 1756, oefende zich eerst in de teekenkunde onder iemand van zeer geringe bekwaambeid, doch schilderde daarna onder de leiding van Johannes van Dregt te Amsterdam, waar hij aanmerkelijke vorderingen maakte. Vervolgens vestigde hij zich in 1776 of 1777 in zijne geboortestad en vervaardigde bij voorkeur groote stukken met historische of zinnebeeldige onderwerpen, ook wel met dieren en landschappen. Hij werkte ongemeen vlug en had veel aanleg; zijne voortbrengselen getuigen van eene stoute bevatting en een goed begrip van houding en toon, hoewel er op de teekening wel eens iets aan te merken valt.
Een zijner voornaamste schilderijen, dat men op het stadhuis te Leeuwarden aantreft, het verzamelen der zeventig oudsten van Israël voorstellende, met levensgroote beelden, is wel 6 el lang. Ook heeft hij onderscheidene altaarstukken geschilderd.
Hij overleed te Leeuwarden den 3 Junij 1796 en liet bij zijne echtgenoote, Klaaske Cupery, drie kinderen na. Zijn broeder was Haye Beekkerk, die zich bij de omwenteling van 1813, als Luitenant-Kolonel aan het hoofd van 350 man der Nationale Garde, onderscheidde.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. II. bl. 420; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.; Bosscha, Gesoh. der Nederl. Staats-Omwent., D. II. bl. 133.