[Bato]
BATO zou, volgens de oude kronijkschrijvers, een zoon geweest zijn van den Koning der Katten, die om den haat zijner stiefmoeder te ontwijken, uit zijn vaderland vlugtte en in Nederland aankwam, waar hij zich in het Land tusschen Maas en Waal nedersloeg en een slot bouwde, naar hem Bato'sburgt, en later, bij verbastering, Batenburg genoemd, terwijl het geheele land ook naar hem Baathaven of Batavia zou genoemd zijn.
Zie Halma, Tooneel der Vereen. Nederl.; Kok, Vaderl. Woordenb.