[Martinus van Barnevelt]
BARNEVELT (Martinus van), vrijheer van Noordeloos en Over-Slingeland, Heer van Engelen en Vlijmen, oud Heer van Krimpen aan den Lek was de eenige zoon van Hendrik van Barnevelt en Geertruida Pompe, wie hij omstreeks 1690 te Gorinchem geboren werd, hij was sedert 1734 onderscheidene jaren Regent van het Oude Mannenhuis, sedert 1738 Vroedschap en sedert 1740 verschillende malen Drossard in zijne geboorteplaats, waar hij in 1744 Burgemeester werd. In zijne jeugd onderscheidene landen doorreisd hebbende, had hij aldaar zorgvuldig den loop der rivieren gadegeslagen, waardoor hij eene grondige kennis van rivierwerken had opgedaan. Vervuld met de zucht om tot het welzijn zijner medemenschen mede te werken, zocht hij die kundigheden ten nutte aan te wenden, en vormde het ontwerp tot het leggen van den naderhand zoo veel nut aangebragt hebbende Baartwijkschen Overlaat. In 1740 deed hij daartoe het eerste voorstel, doch kwam er in 1754 meer openlijk mede voor den dag. Dit had een bijzonder onderzoek van daartoe benoemde deskundigen ten gevolge. Het ontwerp werd door den Majoor der Genie B.J. de Roy, nader gewijzigd, en de uitvoering daarvan in 1766 door de Regering van 's Hertogenbosch bijzonder verzocht, en door de provincie Holland en den Raad van State voornamelijk aangedrongen, waarop H.H. Hoog Mog. in 1767 met de Generaliteit, Gelderland en Holland een verdrag sloten om dezen overlaat te leggen en dien in 1768 aan te besteden en te voltrekken.
Barnevelt mogt het genoegen smaken van het werk, dat hij ontworpen had, te zien tot stand komen, want hij overleed eerst den 17den Januarij 1775, bij zijne tweede echtgenoote Geertruida Bruinings twee kinderen nalatende, van welke zijn zoon Hendrik van Barnevelt hem als Heer van Noordeloos en Over-Slingeland opvolgde; zijne eerste huisvrouw, Mejufvrouw Stenus, had hem eene dochter geschonken.
Op zijne reis door Italië liet hij zelf te Rome de prachtige tombe maken, welke later in de kerk te Noordeloos geplaatst is, die zij nog versierd en alwaar in 1829 de laatste van zijn geslacht, zijnde zijn kleinzoon Willem Hendrik Barnevelt, begraven is.