Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Eerste en tweede stuk
(1854)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 115]
| |
Kruidmengkunde, en deed tot uitbreiding zijner kennis eene reis door een gedeelte van Europa, waarna hij in 1703 te Utrecht tot Hoogleeraar in de Scheikunde werd aangesteld. Hij vervulde deze betrekking met veel roem tot aan zijnen dood, welke in 1723 plaats had, en vermaakte aan de stads-bibliotheek eene uitgelezene verzameling van boeken over de kruidkunde en over verschillende deelen der natuurlijke historie. Zijne schriften zijn: Synopsis pharmaceutica, Utr. 1696, 8o. Elementa Chemiae, ibid. 1703, 8o. De medicinae Origine et progressu, 1723, 4o. Collectanea medicinae practicae, 1715.
Zie Feller, Biogr. Universelle. |
|