vaardig bewerkte. Het is bijna ongeloofelijk, wat er van zijne uitstekende vaardigheid in het schilderen verhaald wordt: dat hij namelijk eene dame, van Haarlem gekomen om geschilderd te worden, met halskraag, kleederen en twee handen, levensgrootte, ruim ter halverlijve geschilderd, op eenen dag voltooid heeft, zoodat zij vóór den avond met het stuk naar Haarlem vertrok. Welverdienden lof ontving hij voor de kapitale schilderstukken, die vroeger in de Krijgsraadskamer van het voormalige Stadhuis te Amsterdam hingen. Mede roemt men zeer een Laatste Oordeel, dat hij voor de Kerk der Karmeliten te Antwerpen vervaardigd had. Ook behaalde hij bij de kunstkenners veel roem met het schilderen van levensgroote beelden, historiën tot schoorsteenstukken, als anderzins, en teekende op eene uitstekende wijze academiebeelden, inzonderheid vrouwtjes, zeer kunstig op blaauw papier met zwart en wit krijt. Hij overleed te Amsterdam den 27sten Augustus 1651.
Zie Houbraken, Schoub. der Nederl. Schilders, Dl. I, bl. 336-338; Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algemeen Historisch Woordenb., bl. 30 en 31; Luiscius, Algem. Hist. Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb., Dl. V, bl. 35; Chalmot, Biogr. Woordenb., Dl. II, bl. 40; Biogr. Nationale; Nieuwenhuis, Woordenb. van Kunst. en Wetenschappen, Dl. I, bl. 221; Immerzeel, Levens en Werken der Kunstsch.; Biogr. Univers.