[Ernst Sicco van Aylva]
AYLVA (Ernst Sicco van), zoon van Douwe van Aylva en Luts van Meckama, volgde als Grietman van West-Dongeradeel zijn vader op, toen deze, in 1654, Grietman van Leeuwarderadeel werd Daar hij echter zijne studiën nog niet voleindigd had, bekwam hij verlof om naar de Hoogeschool te Franeker terug te keeren, terwijl zijn vader zoo lang als zijn plaatsvervanger optrad. Hij had zitting in de Staten van Friesland, toen den 25 Februarij 1659 besloten werd het Stadhouderschap van Friesland, ingeval Willem Frederik Graaf van Nassau kwam te overlijden, aan diens oudsten zoon Hendrik Casimir op te dragen.
In het jaar 1668 ontstonden in de Provincie Friesland eenige onlusten, wegens het regt om op den landdag te verschijnen, waarover de Gedeputeerde Staten zich het oordeel aanmatigden; doch, naar het gevoelen van sommigen gingen zij te partijdig te werk, als sluitende eenjgen daarvan uit, die men zeide, daartoe geregtigd te zijn. De Gedeputeerde Staten, die dit anders verstonden, weerden uit hunne vergaderingen de zoodanigen, die door Oostergoo en Westergoo gemagtigd waren om daarin te verschijnen, en bedienden zich daartoe van de bezetting van Leeuwarden, om te beproeven of zij de Staten van Friesland tot eenigheid konden bewegen, en dan de zaak bij leggen. De zwaksten, die men de Hollandsgezinden noemde, onder welke zich van Aylva bevond, waren wel geneigd zich aan hunne uitspraak te onderwerpen; de anderen, de Prinsgezinden, keerden dit en namen zeer kwalijk, dat de Algemeene Staten zich met hunne huishoudelijke zaken bemoeiden, zoodat de zaak aan die van Friesland verbleef, zonder dat men weet hoe die naderhand bijgelegd is; alleen is het bekend, dat de sterkste partij, die zich Prinsgezinden noemden, boven dreef, en de andere, onder welke ook van Aylva, buiten 't bewind hield.
In 1672 was hij Voorzitter van Gedeputeerde Staten van Friesland, toen hem in den nacht van 14 op 15 Junij het noodlottig berigt werd aangebragt, dat Overijssel zich aan de Keulschen en Munsterschen had overgegeven. Aanstonds riep Aylva het Collegie bijeen, terwijl ook de leden van het Hof, de Burgemeester en de Predikanten werden nitgenoodigd deze nachtelijke vergadering bij te wonen. Men besloot den meest mogelijken tegenweer te bieden, en aan dit manmoedig besluit had Friesland zijn behoud te danken.