Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 1
(1852)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 353]
| |
Betuwe, leefde in het begin der elfde eeuw. Hij had gedurende het bestuur van Dirk III, Graaf van Holland, zijn aandeel in diens krijgsbedrijven, inzonderheid tegen Adelbold, Bisschop van Utrecht, wien hij den 9 Junij 1010 tusschen Bodegraven en Zwammerdam, en den 29 Julij des zelfden jaars weder nabij Bodegraven hielp verslaan. Ook verzelde hij den Graaf op diens togt naar het H. Land en sneuvelde aldaar in eenen strijd tegen de Saracenen in 1034 of 1035. Hij liet bij zijne echtgenoote, Elizabeth, eene dochter van Willem van Cuyk, eenen zoon na, mede Jan geheeten, en eene dochter Maria, gehuwd met Jan van Bronckhorst. Zijn wapen was van zilver met twee gebretesseerden fascen van keel. Zie A. Kemp, Beschrijv. van Gorinchem, bl. 15-17; Matthaeus, Analect. vet. aev. Tom V. p. 206; A. van Sligtenhorst, Geldersse Geschied., D. II. bl. 195; Kok, Vaderl. Woordenb. D. IV. bl. 1234. |
|