[Joannes van Amsterdam]
AMSTERDAM (Joannes van), leefde in het laatst der zestiende eeuw in zijne geboorteplaats, van welke hij mede zijnen naam ontleende. Hij was een leerling van Wessel Gansevoort, na wiens overlijden, den 4 October 1489 voorgevallen, hij eenen langen brief schreef aan den Kloostervoogd Bernard van Meppen, waarin hij Wessels gevoelen over het vagevuur, de aflaten en de voorbidding tegen Meester Engelbrecht van Leyden en Jacob Hock, Deken tot Naaldwijk, verdedigde. Men vindt dezen brief en eenige anderen, door Wessel aan Johannes van Amsterdam geschreven, in de werken van Dr. Wessel door Luther uitgegeven.
Zie Commelin, Beschrijv. van Amsterdam, bl. 860; G. Brandt, Hist. der Reform., D. I. bl. 56; Kok, Vaderl. Woordenb.; Chalmot, Biogr. Woordenb.