Personalia
Matthijs de Ridder (Apeldoorn, 1979) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Antwerpen. Hij is verbonden aan het Louis Paul Booncentrum (onderdeel van het Instituut voor de Studie naar de Letteren in de Nederlanden) van de UA, waar hij projectmedewerker is op de GOA Literatuur, Vlaamse Beweging en Maatschappij (1914-1950). Hij bereidt daar een doctoraat voor over de activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren. Recent publiceerde hij over Christine D'haen, Gaston Burssens, Kurt Köhler en Louis Paul Boon.
Manu Van der Aa (Turnhout, 1964) is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Voor het Gerard Walschapstudie- en documentatiecentrum (onderdeel van het Instituut voor de Studie naar de Letteren in de Nederlanden) bezorgt hij een editie van het kritische werk van Gerard Walschap. Hij is bestuurslid van de Stichting Gerard Walschap en sommelier van het E. du Perrongenootschap. Voorts werkt hij aan een biografie van Alice Nahon.
Sjoerd van Faassen (Assen, 1949) is hoofd afdeling Collecties van het Letterkundig Museum. Hij publiceerde eerder onder meer over de reorganisatie in 1935 van Groot Nederland, over S. Vestdijk als kandidaat-redacteur van De Stem en over de verhouding van respectievelijk Marnix Gijsen, Gerard Walschap en Menno ter Braak tot het tijdschrift De Gemeenschap. Onlangs bezorgde hij in de reeks Achter het Boek ‘Een friesche Forsythe-saga’. De briefwisseling tussen Theun de Vries en uitgeverij Van Loghum Slaterus rond Stiefmoeder aarde en de overige delen uit de Wiarda-cyclus (1934-1958).
Johan Vanhecke (Wilrijk, 1957) is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het AMVC-Letterenhuis. Hij is auteur van onder meer Het Antwerpen van Hubert Lampo (1993), De Flandriens van Hugo Verriest (1997) en Het hoofd werd op de tafel gezet (2000), een studie over Heer Halewijn. Hij coördineert het Studiecentrum Johan Daisne en werkt momenteel aan een biografie over Johan Daisne.
Stefan van den Bossche (Aalst, 1962) studeerde letterkunde aan de KU Leuven en is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de KU Brussel. Hij publiceerde de essays Het Pajottenland door schrijvers heen (1992), Een kortstondige kolonie. Santo-Tomas de Guatemala. Een literaire documentaire (1997) en De adem van Mistral (2000). Hij schrijft voor verschillende tijdschriften en is redacteur van ZL en van Kunsttijdschrift Vlaanderen. Momenteel werkt hij aan een biografie en een proefschrift over de dichter Jan van Nijlen.
Arnold Lubbers (Groningen, 1981) studeert sinds 1999 Geschiedenis, afstudeerrichting Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij bereidt een doctoraalscriptie voor over Nederlandse schoolboeken ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, met een case-study naar uitgeverij J.B. Wolters.