| |
Het Kaartenspel.
Jan was beminnaar van het spel,
En wel het meest de kaart,
Eens zat hij met zijn Isabel
In 't hoekje van den haard;
Hij sprak tot haar: mijn lieve kind!
Speelt gij met mij partij?
Het vrouwtje was al ras gezind, } bis.
Want klaar was kaart en lei. } bis.
2. Nu schudde Jan de kaarten door,
Terwijl zijn vrouw nam af,
En lag haar zoo veel kaarten voor,
De stokkaart, dien hij nederlegt,
Maakt Hartenboer tot Troef,
Zij rooft die snel, terwijl zij zegt,
Dien is 't, dien ik behoef.
3. Zij roemde vier van Hartenheer,
Maar Jan die roemde vijf,
Hij schudde nu de kaarten weêr,
Tot nadeel van zijn wijf.
Nu keerde Jan de Hartentien,
En rooft die op zijn toer,
Maar 't wijfje had dit goed gezien,
Zij haalt de Tien met Boer.
4. Zij lacht, zoo hard zij lagchen kon,
Maar daar zij nu geen slag meer won,
Was dat een kaart! zoo zegt ze kwaad,
Ik speel dit spei niet meer,
| |
| |
Smousjassen, dat veel beter gaat,
5. Zij smousde nu zoo veel zij kon,
En roemde veeltijds valsch,
Daar nu haar man geen slag meer won,
Dit maakte Jan niet malsch;
Eens dat zij weêr vier kaarten roemt,
Schreeuwt Jan: dat lieg je! wel verdoemd,
Ik scheur de kaart aan stuk.
6. Wat, zegt ze: stuk? dat wordt niet waar,
En smeet de kaarten neêr,
En greep ons Jantje bij het haar,
En riep: ik heb Troef heer!
Nu raakten beiden handgemeen,
Jan smeet haar door de glazen heen,
7. Fluks snelde zij het huis nu uit,
Maar Jan had meerder kracht,
En sprong toen op een pottenschuit,
Al schreeuwend uit haar magt;
De Schipper hoort haar angstgeschrei,
En staat geheel vervaard,
Want haar gezigt was als de lei,
Gebruikt ook bij de kaart.
8. Ach, riep zij: Schipper! ik ben bang,
Wrang is mijn huw'lijkslot,
Maar Jan telt haar nog op den wang
Genoeg, schreeuwt zij, en zoekt aldra
Maar Jan, niet links, haar achterna,
En maakte Schoppen troef.
9. De Schipper nu verliet zijn roer,
| |
| |
En sprak: verstaat mij wel,
Hier in mijn schuit geen schoppenboer,
Verzoent veel liever beiden weer,
Keert vreedzaam naar uw kluis,
Want als eens klavrenboer werd troef, } bis.
't Bleef tranendal in huis. } bis.
|
|