De zingende kruijer(ca. 1850)–Anoniem Zingende kruijer, De– AuteursrechtvrijZich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden. Alle op bekende en aangename wijzen. Inhoudsopgave De Kruijer zingt: De zingende Kruijer. Zoo zijn de Meisjes. De zingende Herderszang. Ninneklagt van eene Herder aan zijne Herderin. Aria. Aria, uit het zangspel: Blaize en Babet. Een nieuw Lied. De klagende Minnaar. Aria uit de Toverfluit. Een nieuw Lied. Zamenspraak tusschen een Vrijer en Vrijster. Beurtzang, tusschen Annette en Lubijn. Een nieuw Lied. Op het leven en de vreemde opschik van de hedendaagsche jonge Dochters uit de buurt. Liza's klagt, over het vertrek van haar Minnaar, naar den oorlog. De zingende Damon, tot de Godin der Liefde, dat zij het hart van Cloris tot zijne liefde buigen. Een zeer vermakelijke klugt, die er is voorgevallen tusschen een kuipersbaas en zijn meid. Een kluchtig liedeke op een Koe die een Kalf heeft gebaard met een zwarte muts op het hoofd en lange schoenen aan. Zamenspraak, tusschen Leander en Philida. Een nieuw lied. Aria. Een nieuw lied, op hoope van eenen algemeene Vrede, zoodat er eens een einde aan het bloedvergieten mag komen. Zamenspraak tusschen een Minnaar en een Minnares, bij het afscheid nemen naar het leger. Kermislied. Een nieuw Lied. Van een jonge Dochter, welke door hare ouders in een klooster is gedaan. Eene ware historie, geschied te Duinkerken, van Hubertus en zijn vrouw Josina, vàn het droevig voorval dat zij hebben overgebragt in hun huwelijk, door de valsche lastertong van hare dienstmaagd. Een nieuw Lied. Herderszang. Aria uit de twee Savonjaards. Het vergenoegen. Aria. Een nieuw Lied. De Kluizenaar. De Liereman. Een nieuw lied, op de Chou, Chou, Chou. Een nieuw lied. Het loopende Meisje. Het klagende Meisje. De dochter van Jan van Leijden. De Droom.