De zingende Kees
(1789)–Anoniem Zingende Kees, De– Auteursrechtvrij
[pagina 34]
| |
Wys: Un matin brusquement.Ja Vryheid, heil Vorstin!
Lust en vreugd van 't menschlyk leven,
Voor u, ô Halsvriendin!
Blaakt yder Belg in zuivre min.
Tegen hen, die u snood weerstreven,
Grypt hy 't blikkrend Heldenstaal,
Om een waare zegepraal,
Voor u te winnen, of te sneven!
Op dat uwe zegepraal,
Aan Heerschzugt stelle perk en paal,
Aan Heerschzugt enz.
| |
[pagina 35]
| |
Nooit kon een Moord'renrot
Der Bataaven moed verwrikken;
Gesteund door Neêrlands God,
Kon noch het bloedig Hof-Schavot,
Noch des Dwing'lands dreigende blikken
Hen in ketenen doen gaan. ---
Neen – wen men ter neêr wou slaan,
Kon hen geen vuig Geweld verschrikken.
Neen – wie u ter neêr wou slaan,
Wierdt fier door den Bataav' weêrslaan.
Wierdt fier enz.
Ja, zelfs de Dwing'landy
Van dolzinnige Aartstirannen,
Geen Spaansche Tiranny,
Noch wreede Britsche Heerschappy,
Kon ooit de trouw uit hem verbannen,
Die hy u, ô Schoone, boodt. ---
Neen, maar getrouw, in allen nood,
Wat strikken men hem ook zag spannen;
Hy bleef trouw, in allen nood,
Ja, zelfs, in 't aarzlen van den Dood.
Ja, zelfs, enz.
| |
[pagina 36]
| |
Schroom des niet, Hemelmaagd!
Schoon de Nyd moog knarsetanden;
Schoon u 't Gedrocht belaagt,
Dat stout de ontbloote moorddolk draagt,
Dat u schandelyk aan durft randen;
Schroom niet, --- want 's Lands Helden-schaar,
Die, voor Haardstede en Altaar,
Vertrapt des Dwing'lands boel en banden,
Ja, dees fiere Helden-schaar,
Braveert voor u het grootst gevaar.
Braveert enz.
|
|