De zingende Kees
(1789)–Anoniem Zingende Kees, De– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
Wys: Annette vyftien Jaar omtrent.Op Helden op, spoedt u ten stryt,
Troost dat gy Vryheids Zoonen zyt:
Ik wil vol moet gelyk een Held,
De Wapens dragen,
Myn leven wagen,
Daar 't Vryheidt geldt.
Waar daaglyks nu 't gevaar vergroot,
Voor onzen braven Bondgenoot,
Daar Snoodaarts na der Burgten bloet,
Onmenschlyk tragten,
Wat zal men wagten,
Van onzen moed.
| |
[pagina 7]
| |
Men wagt van onzen dapperheid,
Den trouw der braven toegezeid,
Vliegt toe, de zaak word algemeen,
Daar reeds die beulen,
De Vryheid zeulen,
Ter Slagtbank heen.
De Steeden zyn reeds aangerand,
Op last van onzen Dwingeland;
Een Willem wars van dankbaarheid,
Heeft met Tirannen,
Die zamen spannen,
's Lands val bereid.
Laat ons dus Eedele Helden Ry,
Den Burger, door den dwinglandy,
Ontaard mishandelt en bestreen,
Te hulpen spoeden,
En ons behoeden,
Voor tegenheen.
| |
[pagina 8]
| |
Op op dan dappren Helden stoet,
Van hooger hand, en onzen moet,
Hangt Neerlands Vryheid af alleen,
Wel aan den braven;
Nu als Bataven,
Voor haar gestreen.
Wy zien de zegen ons bereid,
Wy zullen door Godts Mogentheid;
Verwinnen, ja de Vryheid zien,
Met vreugd herleven,
De Snoodaars beven,
En siddrend vlien.
Geen gae, nog kroose, nog 't dierbaarst pand,
Weerhouden ons het Vaderland,
Te redden, daar het hulp verwagt,
Op dan Bataven!
Stryd nu als braven,
Voor 't Nageslagt.
|
|