LXVI bezondere zinnebeelden(ca. 1780)–Anoniem LXVI Bezondere Zinnebeelden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio H5r] [fol. H5r] ( 61 ) HOe fel den Wind blaast op het Riet, Het zal wel buigen, maar niet breeken; Zoo haast zyn Woeden is geweeken Weet het van die Bestorming niet: 't Heft, als voorheen, weêr 't Hoofd na booven. Dit strekt ten Voorbeeld, dat de Deugd, Wat Ramp haar treft, nooit mist haar vreugd, Niets is 'er dat haar kan berooven Van dat Geluk: Ze is buigzaam, maar Met één standvastig. Haare Zinnen Scherpt ze om met Zagtheid te overwinnen; Daar door red zy zig uit gevaar. Een Kogel dringt door Staal en Steenen, Maar door geen zagte Wol-Baal heenen. Vorige Volgende