Yang. Jaargang 38

[p. 708]

personalia

Philippe Beck (1963) is als filosoof verbonden aan de Universiteit van Nantes. In yang 1999/2 introduceerde Erik Lindner het werk van de dichter Beck in ons taalgebied met de vertaling van een reeks gedichten uit diens vijfde ‘dichtboek’ Dernière mode familiale (Flammarion, 2000). Recentelijk verschenen van Becks uiterst prolifieke hand nog Inciseiv (MeMo, 2000), Poésies didactiques (Théâtre Typographique, 2001) en Aux recensions (Flammarion, 2002).

Huub Beurskens (1950) was redacteur van De Gids. Hij publiceerde onder heel veel meer Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans), Zomer in Montalla. Zijn poëzie tot 1998 werd verzameld onder de titel Bange natuur. In 1999 verschenen de dichtbundels Een hemd in de wind en Het korte pad. In 2000 de roman O mores!, in 2001 de essaybundel De school aan zee en recentelijk Duivenhart, een complex (proza, 2002).

Mark Boog (1970) publiceerde de dichtbundels Alsof er iets gebeurt (2000), bekroond met de C. Buddingh'-prijs, en Zo helder zagen we het zelden (2002). Daarnaast verschenen de romans De vuistslag (2001) en De warmte van het zelfbedrog (2002).

Sascha Bru (1976) is redacteur van yang en assistent algemene literatuurwetenschap aan de universiteit van Gent. Hij bereidt een proefschrift voor over het politieke denken van de historische avant-garde aan de hand van de discourstheorie van Ernesto Laclau en Chantal Mouffe.

Geert Buelens (1971) is redacteur van yang. Publiceerde onder meer Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie (2001). Voorjaar 2002 verscheen bij Meulenhoff zijn poëziedebuut Het is. Over de werkelijkheid van poëzie publiceerde hij eerder in het Mimesis-nummer van dit blad (2001-1). Buelens is criticus voor De Morgen.

Bert Bultinck (1974) is redacteur van yang, linguïst, criticus en vertaler.

Antoine de Kom (1956) is dichter. Zijn poëzie wortelt in de West. Bij Querido verschenen de bundels Tropen (1991), De kilte in Brasilia (1995) en Zebrahoeven (2001).

Peter Gizzi werd in yang geïntroduceerd in het door Marjorie Perloff samengestelde dossier over jonge, Amerikaanse dichters in het nummer De Amerika's (1998/2). Sindsdien verschenen van hem Artificial Heart (Burning Deck, 1998) en enkele bibliofiele ‘chapbooks’, waaronder in 2002 Fin Amor, geïllustreerd door George Herms. In 2003 komt in de prestigieuze Wesleyan Poetry Series zijn volgende bundel Some Values of Landscape and Weather uit.

Jacob Groot (1947) begon in 1970 als Jacob der Meistersënger met de dichtbundel Net Als Vroeger. Meest recente

[p. 709]

bundels: Natuurlijke Liefde (1998) en Zij Is Er (2002). Hij was van 1994 tot 1999 redacteur van de De Revisor.

J.Z. Herrenberg (1963) debuteerde in jaargang 2000 van yang als writer-in-residence met de eerste delen van zijn meervoudige romanproject Door het Oog van de Cycloon, waartoe ook het hier afgedrukte verhaal behoort.

Lucas Hüsgen (1960) is dichter, prozaïst, essayist en vertaler. Hij publiceerde Zeehond in wormgat. Een requiem voor één stem (1992), Nevels orgel (1993), Verpoosd in schaduw (1996), STOA (1997) en recentelijk verscheen bij Querido zijn tweede roman, Het meisje in blauwe zijde. Hij werkt aan een essaybundel.

Roland Jooris (1936) publiceerde in 2001 bij Querido de bundel Gekras. Daarvoor verscheen onder meer een bloemlezing uit zijn poëzie in de serie Dichters van nu bij het Poëziecentrum (1997), samengesteld door Stefaan Evenepoel. In 1979 ontving hij de Jan Campert-prijs voor Gedichten 1958-1978.

Piet Joostens (1972) is redacteur van yang. Publiceerde in 1998 de roman Aladdin in Brussel en werkt aan een boek dat Nieuwe Opruimtechnieken gaat heten.

Marc Kregting (1965) schreef De gezel. Gedichten (1994), Kopstem/Stopnaald. Gedichten/verhalen (1997), Da capo. Trilogieën (1999) en Hakkel je, hakkel je. Brieven (2000). Voorjaar 2003 verschijnt De leliering. Gemengde berichten.

Robert Menasse (1954) Oostenrijkse auteur. Schreef onder meer het roman-drieluik, Trilogie der Entgeisterung, waarvan de eerste twee zijn verschenen als Bar Hopeloos en Zalige tijden, breekbare wereld, terwijl de derde, Kentering, gereed ligt voor publicatie. Alle in vertaling van Paul Beers. Recentelijk verscheen Die Vertreibung aus der Hölle (eveneens door Beers vertaald als De verdrijving uit de hel). Daarnaast publiceerde Menasse de volgende essaybundels, waarvoor hij in 1999 de Staatsprijs voor ‘Kulturpublizistik’ ontving: Überbau und Underground (1990/96), Das Land ohne Eigenschaften (1992/97) en Erklär mir Österreich (1999/2000), alle bij Suhrkamp Verlag.

Bart Meuleman (1965) was de afgelopen jaargang yangs writer-in-residence. Hij maakt theater en schrijft essays en gedichten. In de loop van 2003 verschijnt bij Querido een nieuwe dichtbundel van zijn hand.

Kees Ouwens (1944) publiceerde de romans De strategie, De eenzaamheid door genot en Een twee drie vier ... Zijn gedichten werden verzameld in Alle gedichten tot dusver (2002). Recentelijk werd zijn werk bekroond met de Constantijn Huygens-prijs.

[p. 710]

Sybren Polet (1924) is dichter, prozaïst en essayist. Zijn bekendste prozawerken zijn onder meer Breekwater (1961), Mannekino (1968) en De sirkelbewoners (1970). Hij was de samensteller en inleider van de berucht geworden bloemlezing Ander proza 1920-1975 (1978). Zijn essay-boek Literatuur als werkelijkheid, maar welke? (1972) is nog steeds verplichte kost voor wie de achtergronden van zijn schrijverschap, en die van de experimentele literatuur in het algemeen beter wil begrijpen. In 1993 verscheen De creatieve factor: kleine kritiek der creatieve (on)rede (tweede druk 1996). Zijn gedichten werden recentelijk verzameld in Gedichten 1998-1948 (2001).

Marc Reugebrink (1960) is redacteur van yang. Hij publiceerde de dichtbundels Komgrond (1988), bekroond met de Van der Hoogt-prijs, Wade (1991), de roman Wild vlees (1998) en de essaybundel De inwijkeling (2002). Hij is criticus voor De Morgen.

Nick J. Swarth (1959) publiceerde poëzie in vele bladen. Theatermonologen: Sterrevinks kledij; De vermorzeling van Hipkip Dildo. Recente publicaties: Kaka, Kuus & Knikker, het varken in de kunst en cultuur van het avondland; Vier zure zultsculpturen, in grafiekmap Sus III (2002).

Wato Tsereteli (1975) is beeldend kunstenaar en docent fotografie. Hij is geboren in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, studeerde in 1998 af als fotograaf aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij is medeoprichter van de ngo's maf - media art farm en LINK - Tbilisi Center of Language and Culture. Hij is de initiator van de tweejaarlijksetentoonstelling Appendixin Tbilisi. Hij stelde tentoon in België, Oostenrijk, Griekenland, Rusland en Georgië.

Nachoem Wijnberg (1961) debuteerde in 1989 met de dichtbundel De simulatie van de schepping. In 1997 ontving hij voor zijn poëzie de Herman Gorterprijs. In 2002 verscheen niet alleen zijn achtste dichtbundel, getiteld Vogels, maar ook zijn derde roman, Politiek en liefde.

Dietlinde Willockx (1975) is als mandaatassistent verbonden aan de Universiteit Antwerpen en werkt aan een proefschrift over de personificatie bij Guido Gezelle. Zij is recensente voor Tijd Cultuur.