De rusteloze in me - en diegene die zich wil wreken op de hitte (lusimelès zeggen de Grieken: zij die de leden afmat) - wil na drie uur dertig minuten voortgeschuif nog verder en hoger. De kabinelift wenkt me naar Plateau Rosà en 3500 meter in drie ‘ritten’. Daar, tussen vuilgrijze sneeuw en betrokken lucht - de Cervino, links voor ons, heeft zich hardnekkig omwolkt - bereik ik het doel van deze waanzinnige verplaatsing. Maar het lost niets op. Het is vijf graden en tot verbijstering van een meute schoolkinderen gaat het zelfs sneeuwen: ‘nevica!’. Ik begin te rillen en naar adem te happen: de straf voor mijn turbo-Odyssee.
Hij probeert mondain te doen - de hotels, de whisky, de glamour van sjaals - maar slaagt er niet in. Zelfs zijn witte sjaal draagt hij als zijn eeuwenoude piëmontese sjerp. Hij past zich aan haar aan. Zij - You, wind of March - rookt sigaretten met opgeheven arm in de aanslag, kin omhoog, vlinderend met metalen ogen. Hij bewondert en lijdt. Glamour doopt hij om tot stijl, vampachtigheid tot femme fatale. Zij is van een andere wereld. De Nieuwe. Is zij de ironische wraak van het mythische Amerika dat hij nooit heeft gezien en dat nu naar hem toekomt? Niettegenstaan zijn legendarische luciditeit valt hij toch voor de B-film: would I could know / yet / the gliding grace / of all your days, / the foamlike lace / of all your ways...
Zij houdt het bij hem, maar ze houdt niet van hem. Misschien kan hij een scenario voor haar schrijven? Hij zegt dat het kan: is hij niet de erkende meester van de dialoog? Hij begint enthousiast. Ze verzinnen zinnen en situaties op het terras van het hotel. Achter zijn rug schittert onverschillig de Cervino.
(‘Ik ben maar twee keer gestopt, om te veranderen van broek en schoenen. Het ijshouweel heb ik alleen enkele tientallen meters gebruikt, om mijn evenwicht niet te verliezen. Ik had het record nog kunnen aanscherpen, maar ik kon de vijftig alpinisten onderweg - hoeveel? vijftig! - toch niet van de graat afduwen. De Cervino staat nu op mijn lijst: in '88 deed ik de Gran Paradiso en de Monte Rosa. Binnenkort ga ik me toeleggen op het beklimmen en afdalen van meerdere toppen per dag. Wat zegt u? Of dat nog alpinisme is? Laat me zeggen dat ik het alpinisme verrijkt heb met de atletische prestatie. De markt is zich immers duidelijk aan het verleggen. Ik vecht niet meer tegen de berg, maar tegen de tijd. De voldoening ervaar ik op het einde van de wedren.’)
's Nachts, in het letto matrimoniale, bonst zijn hart oorverdovend, voor en na. De ochtendster staat geëtst boven de sneeuw. Insomnia. Hij hangt aan haar en spreekt, spreekt, spreekt. Zij is teder, maar beslist. Het is allemaal vreselijk en verwoestend. Toch moet hij dit moment vasthouden want tomorrow is frozen down on the plain... O Connie.
Onze man in Cervinia, die zich de volgende morgen, zoals steeds, onhandig verschuilt achter dikke brilleglazen en een uitdovende pijp, rekent af. Nog nooit had hij zoveel biljetten in zijn portefeuille. Nog nooit heeft hij ze zo achteloos uitgegeven. Waarom komt het geld altijd als we het niet meer nodig hebben, en de roem als ze niet meer smaakt? Hij weet dat de auto die hem naar de vlakte brengt, hem naar de pijn brengt. Een granieten, driehoekige pijn - massief en vertrouwd. Zij heeft geen naam, maar laat zich wel aanspreken met: impotentia coeundi of ejaculatio praecox - o troostende magie van de dode taal. Hij voelt zich adolescent. Nog nooit heeft hij zich zo adolescent gevoeld.
In de kabinelift naar beneden staan de skiërs wijdbeens: roerloze bronzen van Riace, massief in hun gladde, kleurrijke narrenpakken, hun ranzige, op elkaar geklemde lippen, die mij zeggen dat ik hier niet thuishoor.
Twee uur later - de bus van Châtillon rijdt deze