logica. En het publiek maar kreunen: dit is een onmogelijke, een ‘onleesbare’ film, een onduldbaar experiment. Terwijl toch niets anders werd betracht en volgehouden dan de eenvoud, het vanzelfsprekende.
Een kat is gestorven die Exit heette,
een kat is komende die Wittgenstein zal heten.
Mijn hond, een spaniel en vondeling, heet Samuel.
Ik heb het Beckett nooit geschreven.
Getuigenis van architect Adolf Loos in zijn Sämtliche Schriften, eerste helft van deze eeuw:
‘Het huis moet iedereen bevallen. Dit in tegenstelling tot de kunst, die niet iedereen hoeft te bevallen. Kunst is een privé-aangelegenheid van de kunstenaar, wat niet het geval is bij het huis. Het kunstwerk wordt ter wereld gebracht zonder enige noodzaak dat het ergens voor gebruikt zal worden. Het huis dient een doel. Het kunstwerk is aan niemand verantwoording schuldig, het huis aan iedereen. Het kunstwerk wil de mensen van hun welbehagen afbrengen. Het huis moet het welbehagen dienen. Het kunstwerk is revolutionair, het huis is conservatief.’
Nu draag ik alleen nog een bril om te schrijven/te lezen. De verten worden voortdurend scherper.
Ik heb Schopenhauers ‘Ueber die vierfache Wurzel des Satzes vom zureichenden Grunde’ niet gelezen. Ik heb Locke's ‘Essay concerning Human Understanding’ niet gelezen.
Ik heb Wittgensteins ‘Briefe an Ludwig von Ficker’ niet gelezen.
Ik heb Wittgensteins ‘Lectures and Conversations on Aesthetics, Psychology and Religious Belief’ niet gelezen.
Ik heb Boltzmanns ‘Katalog mathematischer und mathematisch-physikalischer Modelle, Apparate und