Yang. Jaargang 13

[p. 167]

Tijdschriftelijk

Nr. 4 van BOULEVARD (april, mel, juni) bevat veelzljdige informatie en gevarieerde kreatieve inbreng. In een inleidende beschouwing neemt hoofdredakteur Th. Deleu de kritiek ‘in de lens’. Hij beperkt zich niet tot een loutere kritiek op de kritiek maar poneert zelf enkele kriteria waar volgens hem de echte kritiek moet aan voldoen. Hij waarschuwt tevens voor de valkuilen van een ekstraliteraire werkwijze. Hier en daar duiken Aforismen op van F. Nietzsche (‘nietzsches’ door F. FI. Van Steenkiste vermeld als voorbode op een werk over deze wijsgeer), F. Lambrecht en J. Vanspauwen, in ‘Dichters van nu’ onthouden wij de bijdrage van R. Meeuws. Interessant is het vervolgartikel van F. FI. Van Steenkiste, die zich in deze aflevering buigt over het sprookje Doornroosje (‘Kritisch doorgelicht. De symboiiek van het sprookje achterna’). D. Desmadryl bedrijft opnieuw z'n autentische poëziekroniek (de man met de hamer, gelijk heeft ie). Wouter Kotte en Roger Serras komen heelhuids (en toevalligerwijze allebei ‘gestencild’) uit de kroniek te voorschijn. Zeer leesbaar maar meer voor insiders is de blik die G. Van Hoof ‘van de brug af’ werpt op grootmeester James Joyce: het opmerkelijke in het alledaagse, of, zoals de titel verwoordt, ‘eenvoudig achter vermommingen’. Tamelijk ekstraliterair getint, toch voor een groot deel onthullend i.v.m. Joyce's literaire geschriften.

BOULEVARD nr. 4, april, mei, juni 77, kopij naar Grotenbroek 126, 9745 Semmerzake.

Jef Vromant ontwierp de kaft en schreef een koppel gedichten voor het juni-nummer van KRUISPUNT-SUMIER. Martin Boot schrijft zinnige dingen over Nederlandse poezie. Het korpus van dit nummer wordt in beslag genomen door ‘Kritiek der Vlaamse Beweging’, P. Chr. De Baere ontwikkelt de begrippen ‘Vlaanderen’ en ‘Vlaming’. Schrijver verwacht reakties. Opnieuw worden ettelijke dichtbundels in al te kort bestek gerecenseerd (H. Verleyen neemt veel hooi op z'n vork), het recht op antwoord onthult meestal meer over de bundel dan de recensie zelf. Hier is het nijpend probleem van plaatsgebrek voelbaar. Korte notifies en teleksberichten besluiten dit nummer.

KRUISPUNT-SUMIER 62, juni 77, Georges Van Acker, Ketsbruggestraat 8, 8000 Brugge.

[p. 168]

KREATIEF, april 77 levert een kompakt nummer af: 75 politieke tekeningen van Gal, in de vorm van een interview ingeleid door L. Deflo, in een nawoord wordt de kroon op het werk gezet door een tekst van S. Van den Bremt. Een ‘naslagwerk’ van hoog gehalte, we vragen ons wel af of het lezerspubliek gelukkig is met deze temaformule die nogal vaak door Kreatief wordt gehuldigd. Dit doet echter niets af aan de degelijkheid van dergelijke nummers. Als dokument zijn zij uiterst bruikbaar.

KREATIEF, 11de jrg., 1, april 77, Groeningestraat 23, 8610 Wevelgem.

Louis Paul Boon werd 65. DE VLAAMSE GIDS nam de gelegenheid te baat in nr. 4, juliaug. 77. Willem M. Roggeman had een uitgesponnen gesprek met de gevierde. Paul de Wispelaere analyseert in kort bestek ‘De Kapellekensbaan’ als raamvertelling. Dick Gebuys en Jelle van der Meulen rekenen af - duchtig gedokumenteerd - met het in ‘Ontmoetingen. Literaire monografieën’ verschenen ‘Louis Paul Boon’ van L. Verhuyck en Theo Jochems. Zij komen tot het besluit dat het werkje beter niet had kunnen verschijnen. In een prettigleesbare tekst beschrijft Hugo Raes zijn eerste ontmoeting met Boon. Een aangename verademing. Rubens is nog es van de partij (‘Rubens als stadsdecorateur’ - ‘Het huis van Rubens en zijn illustere bezoekers’ - G.J. De Landtsheer), Etienne Verhoeyen pleegt een tekst over (neo-)fascisme.

DE VLAAMSE GIDS, 61ste jrg., 4, juli-aug. 77, Korte Nieuwstraat 28, 2000 Antwerpen.

De stichting DIMENSIE is aan haar vierde nummer toe (juli 77). Hugo Bousset publiceert een stuk uit z'n te verschijnen werk ‘Woord en Schroom’. Hij probeert vat te krijgen op de zg. nieuw-romantiek in Nederland en Vlaanderen, onderzoekt o.a. ook het ‘zeifmoorddominion’ in de letteren. Hij etaleert enkele eksponenten van de generatie ‘geschroeide’ schrijvers. Wat er van Dimensie zelf wordt, valt af te wachten. Het lijkt nogal een rechtlijnig gedoe, verschillende bijdragen lijken enkel en alleen in funktie van de eigen sfeer geschreven. Gevaarlijke inteelt. Toch onthouden wij gedichten van W. Nimmegeers en W. Van Craen. Jef Bonten doet z'n duit in het zakje van de Koolhaasrevival. Terecht. Jan Biezen reageert scherp tegen de specialistenzaak die de poëzie dreigt te worden.

DIMENSIE, 1ste jrg., 4, juli 77, Celestijnenlaan 3/41, 3030 Heverlee.

[p. 169]

Onder de titel ‘De bruine engel met de brede zachte rug’ stelt D. Billiet een zeer bedrijvige Jose de Poortere voor in het juni-nummer van POEZIEKRANT. ‘Elke dichter is een politiek dichter en geëngageerd...’. De portie ingezonden gedichten en de ‘poweetjes’ zijn opnieuw van de partij. Remco Ekkers bespreekt de bundel ‘Zeggen wat nooit iemand zei’ van Hans Warren. Willy Tibergien geeft informatie over dichterschilder Christ Ferket en z'n inspanningen om dichters en beeldende kunstenaars bij elkaar te brengen. Negen ingezonden bundels worden gerecenseerd op een wijze die José de Poortere zeker niet zou appreciëren.

POEZIEKRANT, jrg. 01, 3, mei-juni 77, Nazarethstraat 41, 9720 De Pinte.

NIEUW VLAAMS TIJDSCHRIFT nr. 5 opent met ‘Robotfoto van Lien’, een prozatekst van L. Frateur. Zes eenvoudige gedichten van M. Vanstreels. Rond Pol De Mont als brandpunt levert W. van Rooy (in het kader van een navorsingsprogramma m.b.t. ‘Van Nu en Straks’) een bijdrage over de relatie De Bom-Vermeylen-De Mont. Ivo Michiels probeert de band tussen Maurice Gilliams en ‘Antwerpen’ te achterhalen. De Arkprijs 1977 werd toegekend aan Freddy de Vree, NVT 5 neemt de toespraak op van Henri-Floris Jespers. Deze laatste onderzoekt onder de titel ‘In welke wind overwinteren de gestes van mijn weemoed’ de poëzie van Nic van Bruggen PP, die brak met de experimentelen en de estetische ontroering binnen paal en perk van de konsumptiemaatschappij integreerde. J.J. Wesselo bespreekt ‘Dood weermiddel’ van F.B. Hotz, uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 76.

NIEUW VLAAMS TIJDSCHRIFT, jrg. 30, nr. 5, mei-juni 77. Van der Sweepstraat 5/11 K - bus nr. 71, 2000 Antwerpen.

Joris Denoo