Yang. Jaargang 11(1975)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Gedichten Grafschrift voor schrijver dezes, met rouwbeklag te lezen waarom is het graf het stilste huis om in te wonen? om het eerbiedig en uiterst ingetogen praten van stemmen tot zichzelf? om het praten met een ingewijd gefluister waarvan de dauw een donkere zegen zij? hier is zelfs het sijpelen van regen een klank, die zijn geluid verloren heeft, want als een doofstomme woordentwist het gesprek tussen lichaam en aarde. en de Dood, de Dood, de blinde lippenlezer, aan wie geen stilte nog onbekend, heeft hier geen ander lichaam dan het zeer stoffelijk overschot der stervende op aarde, dat aan de Asse der sinds lang betreurden als vanouds zijn innig purperen medeleven betuigt. soms, als het mijn lichaam met één litteken te veel, de kracht ontbreekt nog langer zichzelf te dragen, denk ik aan Hem. er bestaat geen kuisere liefde dan die met de Dood. [pagina 147] [p. 147] Bekering tot de begeerte voor Gerard Reve nooit is mijn lichaam dichter bij de Vreugde, dan wanneer ik het heimelijk benader en ten koste van veel gestreel verlok. niemand behandelt mij zozeer met liefde als ikzelf onder mijn verboden handen, als ik nog ver, maar reeds binnen handbereik het vermogen ontwikkel om mezelf te omhelzen in een droom. hoe dichter ik mijn lichaam ben genaderd, hoe meer ik in mijn lichaam vertoef en er ook witgesluierde maanzieke dames laat wonen, van wie het verleden mij helaas onbekend, maar rampzalig mooi en net als ik te ernstig gekneusd tijdens een vorig handgemeen van de liefde. maar meermaals ben ik met mijn lichaam moederziel alleen, soms dagenlang, soms, tot ik me het bestaan ervan herinner in een spiegel. nooit is mijn lichaam dichter bij de Vreugde dan. Luuk Gruwez Vorige Volgende